Wat een concert! Travel Tunes – Holland Baroque

Terwijl ik in de Vriezer Bonifatius kerk naast het oude romaanse doopvont uit Bentheim in Duitsland zit, luister ik naar de ‘Travel Tunes’ van Holland Baroque en overweeg ik wat dit doopvont in de loop der eeuwen allemaal meegemaakt heeft, alsof het font ook een bron van muziek is geweest. Hoeveel soorten muziek hebben hier geklonken, gregoriaans, vroeg middeleeuws, barok en protestantse liederen na de reformatie?

De vandaag gevormde formatie speelt en zingt muziek uit alle delen van Europa. Judith en Tineke Steenbrink, leiders van de groep, hebben die opgespoord in oude manuscripten.  Muziek reisde mee met immigranten, handelaars, priesters en reizende muzikanten. Het programma is zó boeiend dat de groep voor een uitverkochte zaal speelt. De normale klassieke bezetting van Holland Baroque is aangevuld met de  tabla-speler Niti Ranja Biswas en de serpent-speler Michel Godard.

Het eerste stuk is gebaseerd op het beroemde lied ‘Flow my tears’ van John Dowland, waarin mooie solo’s van de trombone en de serpent, een oude voorganger van de tuba. Een traditional van Franz  Liszt heeft als basis  een Pools volksliedje. Een Italiaans volkslied gebruikt  de Joodse traditional Koilen. Een lied  van Martin Luther ontspringt aan de Gregoriaanse sequence  ‘Victimae Pascali Laudes’ van het paasfeest. Michel Godard speelt een rustgevende ‘A trace of grace’ met zijn serpent.

Het slotnummer ‘Todo el mundo en general’ klinkt geweldig mooi als tegenhanger van de problemen in de wereld; iedereen mag meezingen en herhaald ‘Viva’ roepen.

Ik besef dat ik met deze opmerkingen geen eer doe aan alle nummers en spelers, ik heb van alles  genoten.

Sonja zegt in haar dankwoord ”Het is  bijzonder dat jullie de laatste in een serie van zes uitvoeringen van dit programma in onze kerk in Vries spelen, waar jullie al een paar keer opgetreden hebben”.

Holland Baroque eindigt met een vrolijke toegift waarbij alle spelers beurtelings nog eens hun best doen en het publiek laten zien hoe zij genieten van elkaars werk.

Tekst: Kees Langeveld